Vandaag - 15 oktober 2019 - heb ik in een sessie met mijn therapeute de kern van mijn diepste pijn ervaren. Pijn van mijn kleine, kleine meisje. Die zo ongelooflijk bang was om de mensen die ze om haar heen had kwijt te raken, dat ze zich angstvallig heeft vastgeklampt aan ze. Zonder een veilige hechting en zonder een goede verbinding, was er altijd de angst, dat als ze weg zouden gaan, ze niet meer terug zouden komen.
Dat ze het alleen moest doen. En omdat ze niet had geleerd hoe, ook echt wist dat ze het niet alleen zou kunnen. De angst was zo diepgeworteld, dat ze zich op een bepaald moment in de sessie weer doodsbang en alleen voelde, in haar eentje in het bos. Verdwaald tussen de bomen. In paniek. Terwijl haar ouders aan de andere kant van het bos aan het roepen waren; "Doriene, waar ben je? Waar ben je?" Ik hoorde ze wel, maar ik zag ze niet. En omdat ik ze niet zag was ik in paniek. Was er zoveel angst dat ik ze kwijt was.
Dat gevoel, van niet meer kunnen ademhalen, van niet meer weten waar je bent en of er wel iemand is voor jou. Zo vreselijk in de steek gelaten voelen. Dat je om je heen begint te grijpen en alles wat je maar pakken kan vastpakt, grijpt. Vastklampt aan een ander. Vanuit angst om alleen te zijn, vanuit angst om in de steek te worden gelaten. Vanuit de angst om het alleen te doen. Dat kleine meisje heeft nu niks anders nodig, alleen een veilig thuis. Wetende dat er mensen zijn die om haar geven. Voor haar zorgen als dat nodig is. En als de papa of de mama - in dit geval de mama - het niet zo goed weet, dat ze om hulp mag vragen en ook vraagt.
En de tantes en de ooms en de neefjes en de nichtjes er zijn om haar daarbij te helpen. Haar familie. Om het samen te doen. En samen weer een nieuw thuis te creeren. Een veilig thuis. Waar ze volledig zichzelf mag zijn. Waar ze mag huilen en lachen en dansen en stampvoeten en krijsen. En schuddebuiken van het lachen. Waar alles mag en niks gek is. Waar ze zich volledig vrij kan voelen, gedragen kan voelen.
Waar ze niet wordt veroordeeld, beoordeeld. Weggewuifd, afgewezen of in de steek wordt gelaten. Waar ze voelt dat ze veilig is. En dat ze niet meer om zich heen hoeft te kijken. Als een wolf in aanvalsmodus, continu gespitste oren, continu in de aanvals- of vecht- of vlucht modus. Omdat ze zoveel angst heeft gevoeld. Onvoldoende onvoorwaardelijke liefde en vertrouwen, geborgenheid en veiligheid. En dat is wat ze zo nodig heeft nu.
Thuis….een veilig thuis. Een plek, waar ze kan ontspannen.
- zucht -
En eindelijk kan loslaten.
Comments